Belevenis 11: Nieuw-Zeeland

Waanzinnig mooi Nieuw Zeeland

We hebben veel mensen horen zeggen dat je in een week of vier Nieuw Zeeland wel gezien hebt. Nou vergeet dat maar. Wanneer je het normale tempo van Marlous en Rob aanneemt, dan zul je in vier weken amper één van de paradijselijke eilanden helemaal gezien hebben. Neem dit normale tempo in je hoofd, deel dat door drie en dan heb je een benadering van het tempo dat we hadden met een baby in Lous d’r buik. Wijzelf hebben hier geen enkel probleem mee en we accepteren met veel plezier dat we niet alles hebben kunnen zien van het prachtige Nieuw Zeeland. De automobilisten op de heerlijke bergweggetjes denken anders over ons tempo. Het aantal auto’s dat ons passeerde is gigantisch. Allemaal getuigden ze dank door een toeter of een knipperlichtje voor het feit wij even aan de kant gingen (we stonden toch al bijna stil, dus dat was geen enkele moeite).

We hebben zo’n 4650 kilometers afgelegd in Nieuw Zeeland. We startten onze reis in Auckland en hebben vanuit daar een fascinerende loep gereden door beide eilanden. In dit verslag vertellen wat we zoal gedaan hebben en waar we geweest zijn. Door de foto’s van onze vorige belevenis te bekijken samen met de foto’s in deze belevenis, krijg je een beetje een idee van hoe Nieuw Zeeland eruit ziet. Het is echt een waanzinnig mooi land. Geen zin om ons verhaal te lezen? Kijk dan het filmpje (http://youtu.be/p4_TdsN_e2s) waarin Rob vertelt hoe we precies zijn gereisd op de eilanden of blader even door onze foto’s.

Op 27 februari zijn we vanuit Auckland naar Rotorua gereden en hebben we gekampeerd aan het Blue Lake. Daar maakten we de beslissing om off the beaten track te gaan en zijn we door het National Park Te Urewera gereden. Na 90 kilometer dirt road arriveerden we bij het Waikaremoana meer. Een magisch meer waar bijna geen enkele toerist te vinden is. Heerlijk om met z’n tweetjes te wandelen. Daarna deden we Hastings aan, waar Rob van een aantal mooie wijnen heeft genoten. Lous at mee van de bijbehorende kazen. In Wellington zijn we vervolgens naar het Te Papa museum geweest waar we een boekje kochten met de precieze locaties van de filmsets van The Lord Of The Rings. Locaties invoeren in de iPhone, en je weet precies waar je wezen moet. Erg handig en we verwachtten geen enkele moeite te hoeven doen om bepaalde locaties te vinden… laten we zeggen dat we genoten hebben van de zoektochten.

Op 8 maart zijn we naar het Zuidereiland gevaren. Een grote ferry voer ons in drie uur van Wellington naar Picton. Vanaf daar reden we richting Kaikoura toen Lous plotseling riep: “Zeeleeuwen!”. Na een grote slinger op de weg gemaakt te hebben, jaste Rob de camper aan de kant van de weg en jawel hoor: een kolonie van meer dan 15 zeeleeuwen lag op de rotsen aan de kant van de weg te drogen om af en toe eens te gaan zwemmen. Een schitterend gezicht. In Kaikoura hebben we een mooie wandeling aan de kust gemaakt. Hier zagen we voor de eerste keer het unieke beeld dat bos grenst aan de kustlijn. Mooi om te zien en genot voor de oren, want overal hoorden we vogelgeluiden. We besloten om de oostkust van het Zuidereiland voorgoed links te laten liggen en we vertrokken richting Mount Cook. Daar zijn we op 13 maart gearriveerd, nadat we eerst een paar dagen bij het sprookjesachtige, fel blauwe Lake Tekapo hebben vertoeft. Wat een onvoorstelbaar mooi meer is dat! Lago Attìtlan stond bovenaan in ons lijstje van de mooiste meren ooit gezien door ons op aarde, maar de mooiheid van dit meer deed ons hoofd tollen, waardoor we onze merenlijst zullen aanpassen.

Het merendeel van de tijd hebben we prachtig weer gehad. Ook toen we door de Hooker Valley liepen en continue naar de Mount Cook konden kijken. Trots pronkend met zijn witte top liet hij zich op zijn mooist zien en wij hebben daar dankbaar van genoten.

Na Mount Cook hebben we Queenstown aangedaan, waar we onze kleine motormuis op de film hebben gezet. Hij zou zo in één van Peter Jackons films kunnen figureren met het alien-uiterlijk dat hij nu nog bezit (we horen jullie denken: hij? Geen idee, we doen ook maar een gok). Natuurlijk vonden wij hem helemaal prachtig en hebben intens genoten van ons zicht op het nieuwe leven dat zo gezond als een vis in de buik van Marlous rond spartelt.

Vanuit Queenstown (waar we graag nog eens terugkomen tijdens de winter, ons wintersport bloed ging tekeer toen we daar waren) reden we via Te Anau naar het fjord walhalla Milford Sound. De weg ernaar toe is al adembenemend. Milford Sound zelf stelt geen drol voor, op het water is het te doen. Een indrukwekkende boottocht hebben we gemaakt en weer was het weer ons goed gezind. 250 dagen van het jaar is het er mistig en mysterieus, slechts enkele dagen schijnt er de zon. Wat een gelukspoepers waren we toch met een blauwe lucht.

Op 21 maart hebben we zo’n 550 schitterende kilometers gereden van Milford Sound naar Haast via Te Anau en Queenstown. In de omgeving van Queenstown hebben we ons best gedaan om een kiekje te nemen van de pittoreske Kawarau rivier waar Sam en Frodo afscheid namen van The Fellowship. Met het locatiehandboek erbij puzzelden en gisten we met veel plezier waar dat precies gefilmd zou moeten zijn.

In Haast hebben wij haast niks gedaan, omdat we doorreden naar the Fox Glacier. Deze gletsjer is uniek op de wereld. Midden in een regenwoud doemt deze gletsjer op. Machtig mooi. Ook de Fransz Josef mag er zijn. We fantaseerden dat we er tijdens de winter zouden zijn. Dan is de kans groot dat de gletsjer helemaal wit is en zie je hem anders dan de grauwgrijze massa waarmee wij het hebben gedaan.

Vanaf de Fransz Josef gletsjer reden we via Westport richting het Abel Tasman National Park. De westkust van het Zuidereiland is woest en ruig. We hebben een bliksembezoek gebracht aan het Paparoa National Park. Rotsformaties die lijken op stapels pannenkoeken zijn er te zien. Het Abel Tasman National Park is uniek in zijn soort en deed ons denken aan de kustlijn in Colombia. Met de boot zijn we naar het midden van het park gebracht waar we een hike van zo’n drie uur gedaan hebben. Lous kan steeds meer kilometers afleggen, dat beloofd wat voor onze reis samen met neef Floris door Australië!

Eergisteren (29 maart) keerden we terug naar het Noordereiland. Na een overnachting in het hartje van de stad Wellington, hebben we op Mount Victoria gezocht naar de boom waar de vier Hobbits geschuild hebben om te voorkomen dat de Nazgûl hen zou vangen. Met het locatiehandboek zou het een eitje zijn. Nou een reuze paasei is het geworden, maar we hebben uiteindelijk de locatie precies weten vast te stellen. De boom was een nepperd, dus dat maakte de locatiebepaling extra lastig nu hij er niet meer is.

Gisteren zijn we gearriveerd in het Tongariro National Park, waar we nu dit verhaal schrijven. Morgen gaan we lekker wandelen en op 2 april gaan we richting Auckland rijden. Daar gaan we onze pas geëmigreerde vrienden Ed en Sasja opzoeken en ze gaan ons meenemen voor een sight seeing tour door en rondom Auckland. We laten ons verrassen en hebben weer zin in om ze te zien.

Op 4 april ontmoeten we neef Floris in Sydney voor weer een nieuw avontuur van Robbelous+.

Heel veel groeten van ons drieën!