Belevenis 6: Van Laos naar Cambodja

Van Laos naar Cambodja (English)

Na onze avonturen in het afgelegen dorpje Muang Ngoi hebben we nog een paar dagen gerelaxed in Luang Prabang. Een heerlijk stadje aan de Mekong, dat ons doet denken aan Antigua….lekkere koffie en heerlijk eten en het kost allemaal geen drol. Indiaas restaurant Nisha is Lous d’r favoriet. De verse hele vis op de avondmarkt is Robs favoriet.

Vanaf Luang Prabang hebben we de sleeping bus genomen naar de hoofdstad van Laos: Vientiane. We wisten niet wat ons overkwam in de bus: twee rijen met stapelbedden! We hebben geluk dat we relatief klein zijn, zodat we helemaal gestrekt konden liggen in ons tweepersoonsbed.

De stad Vientiane is aardig, maar niet heel bijzonder. Ook in deze stad is overal heerlijk eten te vinden. Misschien niet allemaal even proper klaargemaakt, want Marlous heeft de wc-pot hier eens heel goed bestudeerd. Gelukkig deed ze dit in een heel fijn hotel, Lao Heritage hotel, waardoor ze in twee dagen kon herstellen voor het vervolg van onze reis richting het zuiden van Laos, naar Pakse.

In Pakse stonden Pat en Janey ons weer op te wachten en hebben we samen een scooter gehuurd om de Khmer-ruïnes van Wat Phu te bekijken. Op de terugweg nog een prachtige Boeddha meegepakt met uitzicht op de Mekong en de stad. Bijzonder moment om te midden van vele locals op de Boeddhaberg te zijn. Wij waren voor de verandering eens de attractie om naar te kijken en om stiekem foto’s van te maken.

Na Pakse zijn we met zijn vieren doorgegaan naar Don Khone, één van de Four Thousand Islands, helemaal in het zuiden tegen de Cambodjaanse grens aan. Onze laatste stop voor onze oversteek naar Cambodja. Drie dagen hebben we gefietst, watervallen bekeken, gezwommen en de bijna uitgestorven Irrawadee dolfijn gespot. We hebben genoten van het straatleven en van de locals. De vriendelijkheid waarmee ze je hier begroeten en het geluk dat ze uitstralen is helemaal de moeite waard om te ervaren!

Het oversteken van een grens blijft een avontuur. Bij de grens met z’n allen uit de bus, een gezondsheidscheck, wat inhoudt dat ze je temperatuur meten en als die goed is krijg je een briefje en mag je door. Is die niet goed dan moet je meteen in quarantaine, maar in de praktijk is het vrij eenvoudig om vervolgens weer door te reizen hebben we begrepen.

Toen bleek dat we eerst op zoek moesten naar onze paspoorten, die met de verkeerde bus met toeristen was meegegaan… Leerpuntje voor Robbelous en punten voor Marlous: geef nooit je paspoort aan iemand die dat bijvoorbeeld voor alle buspassagiers regelt.

Toen iedereen zijn paspoort weer had, moesten we wachten tot de bus zo vol zat met toeristen dat ze zelfs in het gangpad moesten zitten en liggen met backpack en al. Eenmaal vertrokken, werden we ergens langs de weg afgezet en begon het wachten weer op de volgende bus. Dit keer de lokale bus naar Ban Lung…ook weer een hele ervaring. Toen wij en een stuk of acht andere toeristen de bus inkwamen, zat de bus al bijna vol met locals. Maar er kunnen altijd meer mensen bij, dus wij belandden met onze backpack in het gangpad en hebben daar bijna de hele reis gezeten. We hadden een stoel gemaakt van onze backpacks, airco aan, filmpje op, het leek net op een eersteklas reis! Jullie zullen vast denken wat is hier nou leuk aan, maar wij worden hier heel eenvoudig gelukkig van! Eén van de mooiste dingen van het reizen is het reizen zelf tussen de locals.

Eenmaal aangekomen in Ban Lung hebben we direct een driedaagse trekking in het Virachey National Park geboekt. We zijn gisteren teruggekomen en het was genieten geblazen. Kijk zelf maar, we hebben er weer een filmpje van gemaakt: http://youtu.be/Yn5rRE_hntA.

Morgenvroeg om 6 uur stappen we in de bus op weg naar Siem Reap, waar we de ruïnes van Angkor Wat gaan bezichtigen.

Groeten,

Marlous en Rob