Chiapas

Belevenis 4: krokodillen, salsa, maya-ruines, brulapen en heel veel blauw water in Chiapas

Ongelofelijk dat je in een week zoveel kunt beleven. Na ons avontuur in Nebaj zijn we naar Mexico gereisd en hebben we ons eerst een aantal dagen in San Cristobal de las Casas vermaakt. San Cristóbal is een mooi stadje in het zuiden van Chiapas, Mexico. San Cristóbal lijkt een beetje op Antigua, maar is verder ontwikkeld en kent minder armoede. Het bestaat uit vele mooie straatjes en marktjes waar je allerlei artesanias kunt kopen. In San Cristóbal zagen we een affiche voor een boottrip door de rotsen, niet ver van San Cristóbal. Met een impulsactie zijn we daar naartoe gegaan. We zijn er achteraf heel blij mee. De boottrip door (Canon de Sumidero) was gaaf. Waren het niet de imposante rotsen, dan wel de krokodillen die aan de zijkant van het water lagen te zonnen. Die beesten zijn zo lelijk, dat ze daardoor mooi zijn. We hebben die nacht overnacht in de hoofdstad van Chiapas: Tuxla Guiterrez. Iedereen vertelde ons dat er werkelijk niets te doen zou zijn in Tuxla en dat we daar maar snel weg moesten gaan. Niets is minder waar. Op weg naar de dierentuin (die jammer genoeg gesloten bleek te zijn voor onderhoud) kwamen we een vrouwtje tegen die vertelde dat er een leuk park (Jardín de la Marimba) was waar we naartoe zouden kunnen gaan. In het park aangekomen, bleek daar elke avond een bandje op te treden die het tradtionele instrument van Mexico bespelen, de Marimba (een soort van houten xylofoon). Fantastisch! Jong en oud was op de dansvloer te vinden. De cameraploeg van de lokale TV was van de partij om verslag te doen en de presentatrice heette het paar uit Holland (wij dus, voor de rest geen toerist te bekennen) van harte welkom. Uitaard waren we zelf ook op de dansvloer te vinden. Mensen uit Tuxla denken nu dat alle Nederlanders heel goed kunnen salsa dansen… Als je de kans krijgt om een bezoek te brengen aan Tuxla, moet je dat zeker doen, al is het maar om een praatje te maken met de opmerkelijk vriendelijke mensen die er wonen.

De volgende dag zijn we ’s ochtends met de bus naar Palenque vertrokken. Palenque staat bekend om de belangrijke Maya ruines die daar in de jungle verstopt zitten. Bij aankomst hebben we direct de colectivo naar El Panchan genomen (een klein nabij gelegen dorpje in de jungle). Echt fantastisch. Daar sliepen we in een cabana midden in de jungle. Geweldig, rond een uurtje of 4 ’s ochtends werden we gewekt door het geschreeuw van een groep brulapen die hun territorium veiligstelde. Zo willen we voortaan elke dag gewekt worden. Wat is dat een speciale ervaring. Uiteraard hoorden we niet alleen brulapen. De meest vreemde geluiden hoor je in de jungle. Erg indrukwekkend.

In de Lonely Planet stond dat je de Maya ruines wel in 3 uur kon bekijken. No way. Ons eerste bezoek duurde 6 uur en toen hadden we nog geen tweederde van het park gezien, dus we moesten nog een keer terug. Raar om te beseffen dat ze deze gebouwen en muurschilderingen zo’n 600 jaar na Chr. hebben gemaakt. Tijdens ons tweede bezoek hebben we de meer afgelegen ruines bezocht. We hebben ook een aantal apen en toekans weten te spotten. De toekans wilden niet op de foto, de apen wel.

Maandag zijn we via Misol Ha en Agua Azul (geen uitleg nodig, kijk maar naar de foto’s) weer teruggekeerd naar San Cristóbal. Dinsdag wilden we met de bus richting Quezaltenango, Guatemala, vertrekken. Maar we hoorden maandag dat de grens gesloten zou zijn in verband met het varkensgriepvirus. Omdat niemand ons uitsluitsel kon geven over de daadwerkelijke status, hebben we vandaag gewoon geprobeerd om de grens over te steken. Na 10 uur reizen in shuttlebusjes en een erbarmelijke chickenbus is dit gelukt. We zijn zojuist veilig aangekomen in Quetzaltenango. Vooralsnog zijn we niet geïnfecteerd met het virus, dus maak je geen zorgen!

Lieve groeten,
Ons